Tai Chi goed voor chronisch zieke ouderen

vrijdag 13-november-2015

Tai Chi goed voor chronisch zieke ouderenDe gezondheidsvoordelen van Tai Chi worden door steeds meer onderzoeken onderschreven. Uit een reviewonderzoek van de University of British Columbia blijkt dat chronisch zieke ouderen veel baat hebben bij de langzame en soepele bewegingsvorm.

 

Op basis van 33 onderzoeken voerde de University of British Columbia een review uit naar de gezondheidseffecten van Tai Chi. Tai Chi is een verzameling rustige bewegingsoefeningen die zijn wortels heeft in de oosterse vechtkunst. In totaal deden aan de onderzoeken ongeveer 1500 ouderen mee met chronische ziekten zoals artrose, COPD en hartfalen.

 

Het bleek dat twee tot drie uur Tai Chi per week zorgde voor meer spierkracht in de armen, benen, rug en abdomen. De bewegingen van het lichaam werden vloeiender, bijvoorbeeld bij het lopen en bij het opstaan vanuit zithouding. De lichaamsbalans werd beter, wat het valrisico zou kunnen verminderen. Bovendien verminderden pijn en stijfheid bij artrose en nam kortademigheid bij COPD af. Over het algemeen rapporteerde men daardoor een betere kwaliteit van leven.

 

Een typische Tai Chi les begint met een opwarming. Door de soepele bewegingen in deze fase neemt de spierspanning af en gaat de aandacht naar de ademhaling. Vervolgens wordt een serie Tai Chi-bewegingen uitgevoerd. Bij ouderen zijn dit vooral de tragere en kortere vormen. Een sessie kan eindigen met Qigong, een oefening waarbij de nadruk ligt op rustig ademhalen.

 

De gezondheidsvoordelen zijn niet beperkt tot ouderen met chronische gezondheidsproblemen. Iedereen die fit en actief wil blijven kan er baat bij hebben.

Bronnen

  1. http://www.health.harvard.edu/staying-healthy/the-health-benefits-of-tai-chi
  2. Yi-Wen Chen, Michael A Hunt, Kristin L Campbell, Kortni Peill, W Darlene Reid, The effect of Tai Chi on four chronic conditions—cancer, osteoarthritis, heart failure and chronic obstructive pulmonary disease: a systematic review and meta-analyses, Br J Sports Med doi:10.1136/bjsports-2014-094388.